- Vraag drie mensen waarvan zij zien dat jouw ogen gaan glimmen.
- Kies één collega, één leidinggevende en één vriend aan wie je vraagt:
- Welke dingen zie je mij doen die mij blij maken?
- Waardoor had jij de indruk dat ‘mijn dag niet meer stuk kon’?
- Waarover hoorde je mij vertellen dat ik dat supergaaf vond om te doen?